Categoriearchief: Alg

domein…….Eukaryota
rijk…………….Plantae
onderrijk….Viridiplantae
infrarijk…….Chlorophyta
stam…………Chlorophyta

Lijst van alle waargenomen algen, algae in Houtem. Eerst nederlandse naam, nadien wetenschappelijke naam.

Alg – Chlorococcum spec.

-Geen rode lijst gegevens
-Vormt symbiotische partnerschappen (= Photobiont) met korstmosvormende schimmels (=Mycobiont), vooral bij de lichenen van het geslacht Diploicia en de soort Diploicia canescens, Candelaria concolor, Aspicilia calcarea, Amandinea punctata, Candelariella medians, Candelariella vitellina, Candelariella aurella, Candelariella reflexa, Chrysothrix candelaris, Aspicilia contorta, Bilimbia sabuletorum, Rhizocarpon reductum, Pseudoschismatomma rufescens, Leproloma vouauxii, Lepraria finkii, Lepraria incana, Verrucaria nigrescensVerrucaria muralis
Soms beschreven als chlorococcoid groen alg, van de orde Chlorococcales

Alg – Trebouxia spec.

Geen rode lijst gegevens
-Vormt symbiotische partnerschappen (= Photobiont) met korstmosvormende schimmels (=Mycobiont), Dit zijn dan de lichenen
-Trebouxia is een fotosynthetisch autotroof geslacht dat in bijna alle milieuomstandigheden in de natuur kan voorkomen. -Bovendien kan Trebouxia bestaan in zijn vrijlevende vorm of in een korstmos thallus als een fotobiont partner met zijn schimmels mycobiont. -Het vrijkomen of ontsnappen van algen zoösporen uit intacte korstmossen is een bron van vrijlevende algen kolonies of enkele vrijlevende cellen. -Bovendien kan dezelfde Trebouxia soort geassocieerd zijn met veel mycobiont soorten of kunnen veel Trebouxia stammen voorkomen in één korstmos. -Echter, de rijping van het korstmos kan leiden tot de eliminatie van alle Trebouxia stammen behalve één. -Ook zijn Trebouxia soorten niet selectief ten opzichte van hun schimmelsymbionten, terwijl schimmelsoorten zeer selectief zijn ten opzichte van hun algenpartners. -In gebieden waar algensoorten schaars zijn, zijn schimmels minder selectief en vormen ze een symbiotische relatie met elke Trebouxia soort en schakelen later over op een meer geschikte algensoort. -Sommige Trebouxia-soorten zijn sterk afhankelijk van hun schimmelpartners en kunnen niet als zelfstandige organismen bestaan. -Schimmels verkrijgen voedingsstoffen door zelfparasitisme of het selectief oogsten van oude Trebouxia-cellen. -Trebouxia daarentegen levert 90% van haar fotosynthetische producten aan de mycoboint. -Pyrenoglobuli (vetrijke opslagplaatsen in de pyrenoïde van Trebouxia) worden door de mycoboint gebruikt voor energie en water. -Komt voor in meer dan de helft van alle bekende korstmossen, waaronder Xanthoria, Physcia, Ramalina en Lecanora

Alg – Trebouxia decolorans

-Geen rode lijst gegevens
-Vormt symbiotische partnerschappen (= Photobiont) met korstmosvormende schimmels (=Mycobiont), vooral bij de soorten lichenen Xanthoria parietina en Physcia adscendens. -Voornamelijk Trebouxia decolorans in epifytische vormen (op schors), en Trebouxia arboricola in saxicolous vormen (op rotsen)

Alg – Trebouxia arboricola

-Geen rode lijst gegevens
-Vormt symbiotische partnerschappen (= Photobiont) met korstmosvormende schimmels (=Mycobiont), vooral bij de soorten lichenen Xanthoria parietina en Physcia adscendens. -Voornamelijk Trebouxia decolorans in epifytische vormen (op schors), en Trebouxia arboricola in saxicolous vormen (op rotsen)